Mink
DeVille wordt in 1974 opgericht door de New Yorker Willy DeVille (William Paul
Borsay). DeVille vertrekt in 1971 naar Londen om een band te vormen maar
vindt geen geschikte muzikanten. Wanneer zijn visum verloopt en het geld
op is, besluit DeVille terug te gaan naar de States. New York heeft hem
niet veel meer te bieden dus koopt hij een pick-up truck en trekt naar
het westen. In San Francisco vormt hij uiteindelijk Mink DeVille met bassist
Ruben Siguenza en drummer Tom "Manfred" Allen. Het trio treedt veel op
in San Francisco en omgeving. Als ze in een blad over de Ramones lezen
wordt de band geïnspireerd en vertrekt naar New York.
CBGB
De band besluit een extra gitarist aan te trekken en na het met enkele gitaristen te hebben geprobeerd komt Louis X. Erlanger uiteindelijk bij de band. Met Louis krijgt de band steeds meer vorm en wordt hun typische sound van rhythm & blues, soul en cajun gevormd. De band treedt veel op in het New Yorkse clubcircuit maar breekt uiteindelijk door na het spelen in de legandarische CBGB club waar onder andere The Ramones en Blondie hun carrière begonnen.
Parijs
Na 3 tracks te hebben geleverd voor het Live at CBGB's album duiken ze de studio in voor hun eerste album, Cabretta, met daarop de succesvolle single 'Spanish Stroll' (1977). Na het tweede album Return to Magenta gooit Willy iedereen, op gitarist Erlanger na, uit de band en vertrekt naar Parijs. Hier neemt hij, nog steeds onder de naam Mink DeVille, het album Le Chat Bleu op.
Solo
De band wordt voor het album uitgebreid met Steve Douglas (saxofoon), Kenny Margolis (keyboard, accordion, achtergrond zang), Jerry Scheff (bass), Ron Tutt (drums), Jake en Eve Moon (achtergrond zang). Toen hun platenmaatschappij Captiol de plaat een jaar in de kast laat liggen vertrekt de groep naar Atlantic records. Op dit label komt, in een overigens weer gewijzigde bezetting, de plaat Where Angels Fear to Tread uit. Na het album Sportin' Life uit 1985 houdt Willy de naam Mink DeVille voor gezien en gaat verder onder zijn eigen naam.
Groots
Het eerste solo-album Miracle wordt geproduceerd door Dire Straits voorman Mark Knopfler. Het liedje 'Storybook Love' wordt gebruikt in de film Princess Bride, en genomineerd voor een Oscar. Er verschijnen een aantal live-cds en studio albums (o.a. Victory Mixture, Horse of a Different Colour en Crow Jane Alley). De solo loopbaan van Willy DeVille verloopt niet zonder grootheden: Hij treedt door de jaren heen op met artiesten als Tom Waits, Van Morrisson en Bruce Springsteen. In de jaren '90 neemt DeVille een cover van Jimi Hendrix' 'Hey Joe' op (Backstreets of Desire). Het nummer slaat aan in Europa. In 2007 treedt DeVille in Nederland op tijdens het Pinkpop Classic festival. Willy DeVille overlijdt in augustus 2009 aan de gevolgen van alvleesklierkanker. Hij wordt 58 jaar oud.
DeVille’s muziek wordt tot op de dag van vandaag nog steeds op de radio gedraaid, al weet het gros van de mensen niet eens wie de beste man was of ‘hoe het bandje eigenlijk heette’ dat Spanish Stroll jaren geleden opnam. Gelukkig hebben grotere artiesten als Tom Waits, Van Morrisson, Dr. John, Bruce Springsteen en Bon Jovi hem wel altijd op waarde weten te schatten en hebben allemaal het podium met hem gedeeld.
Top 2000
In de 24e editie van de Top 2000 staan geen noteringen van Mink DeVille.
Sunday Morning Classic
Op 12 maart 2023 kwam Willy langs met zijn band Mink DeVille bij ons platenbarretje in Groede om hun debuutalbum Cabretta uit 1977 te spelen, onze Sunday Morning Classic. We hadden genoeg lekkers voor hem staan en zo werd het een prachtige avond.
Dit debuut van Willy was meteen raak. Willy DeVille vertolkt hier op schitterende wijze de gevoelens van een jongeman in de stad, waar liefde (passie) altijd op de loer ligt. Het is groter en sterker dan hijzelf beseft (de hormonen hebben vrij spel). Of liever, hij komt er gaandeweg achter dat het groter en sterker is en vooral ook dat hij eigenlijk geen enkel weerwoord heeft.Zeker vijf nummers bleven zijn hele verdere leven lang op de setlist, met soms bijzondere nieuwe interpretaties. Gebeurt niet vaak met een debuut volgens mij. Die klassiekers zijn natuurlijk Spanish stroll, maar ook Mixed up. Shook up girl, Can' t do without it, Cadillac walk en She's so tough.
De typische DeVillesfeer is er meteen al in het eerste nummer. Soul met een rockrefrein. Die kenmerkende mix van stijlen viel meteen op. Er zit een flink zwart en latino randje aan deze plaat en dat was nieuw indertijd. Snel en langzaam wisselen elkaar snel af. Vooral in de langzame nummers als Mixed up en Can't do without it hoor je het talent om een tekst met veel gevoel te zingen.
Het album dankt zijn naam aan een soort leren jack (een leren cabretta-jack werd gedragen door Ben Edmonds, de Capitol Records A&R -man die in 1976 Mink DeVille tekende). Willy DeVille zei dat het Cabretta-leer net als de muziek van zijn band was, stoer maar teder.
Willy DeVille was een hoogst markante en originele pop artiest, een bijzondere bloem langs de kant van de muziekweg.
Bron: NPO en diverse websites
Foto: Plismo en Eckhard Henkel / Wikimedia Commons / CC BY-SA 3.0 DE