The Beach Boys is een Amerikaanse band die in 1961 werd opgericht door de broers Brian Wilson, Dennis Wilson en Carl Wilson, hun neef Mike Love en schoolvriend Al Jardine.
Met harde hand aangespoord door vader en manager Murry Wilson, zelf een weinig succesvolle liedjesschrijver, maakten de jongens muziek in de stijl van The Four Freshmen, waarbij harmonieuze zang de hoofdrol speelde. De single "Surfin'" uit 1961 werd een hit en was typerend voor de richting die de band de eerstvolgende jaren zou volgen: een combinatie van surfmuziek, een stijl die tot dan toe vooral instrumentaal was geweest, en teksten over surfen, auto's en meisjes. In hoog tempo werden singles en albums uitgebracht. Al Jardine zei hierover: "The Beach Boys zelf waren onze grootste concurrenten".
Leider van
de band was Brian Wilson, die ook de meeste liedjes schreef en die vooral
vanaf de derde lp ook een begenadigd producer bleek te zijn. Eind 1964
besloot de verlegen Brian om niet langer live op te treden en zich meer
op het schrijven van nummers en het produceren te richten. Zijn vervanger
in de liveband was Bruce Johnston. Murry Wilson werd ontslagen, waarmee
de artistieke vrijheid voor Brian compleet werd. Naarmate hij de mogelijkheden
van de studio meer ontdekte schreef hij complexere muziek, die hij liet
spelen door de beste studiomuzikanten van Los Angeles, tegenwoordig bekend
onder de naam The Wrecking Crew. De andere leden van de groep voegden later
de vocalen toe.
Toen in 1965 The Beatles het album Rubber Soul uitbrachten was dit voor Brian de inspiratie voor Pet Sounds, dat in 1966 verscheen en door het tijdschrift Rolling Stone werd uitgeroepen tot op-een-na-beste album ooit. Dit album, dat voor die tijd voor popmuziek ongekend complexe muziek en persoonlijke teksten bevatte, werd ontvangen met lovende recensies maar verkocht in Amerika slechter dan de vorige albums. In Europa nam de populariteit van The Beach Boys er echter flink door toe. De latere single "Good vibrations", waarvan de opnames zes maanden duurden in drie verschillende studio's, werd een grote hit. Ook de opvolger, "Then I kissed her", kwam in de hoogste regionen ondanks dat het een cover was van The Crystals uit 1963 die het uitbrachten als "Then he kissed me".
De laatste grote Beach Boys hit in Nederland was "Kokomo" (1989) uit de film Cocktail met Tom Cruise. Het allerlaatste Beach Boys-album zou Stars and stripes, Vol. 1 uit 1996 worden, waarop oude successen werden gezongen door beroemde countryzangers en de Beach Boys alleen de achtergrondvocalen verzorgden. Carl Wilsons overlijden aan kanker in 1998 betekende het definitieve einde voor de groep.
In 2012 verscheen voor het eerst sinds 1996 een nieuw studioalbum van de groep. Het album met de titel That's why God made the radio is in 2011 en 2012 opgenomen naar aanleiding van het 50-jarig bestaan van de groep. De basissamenstelling van de groep is Brian Wilson, Mike Love, Al Jardine, Bruce Johnston en David Marks. Het van stal halen van Marks was opmerkelijk, omdat hij officieel slechts twee jaar deel uitmaakte van de groep, van 1962 tot 1963. Het was ook het eerste studioalbum zonder Carl Wilson, die in 1998 overleed. Het album werd grotendeels geproduceerd door Brian Wilson en behaalde in de VS de vijfde plaats in de Billboard 200. Op 7 augustus 2012 trad de band in de originele bezetting op tijdens de Lokersefeesten in het Belgische Lokeren.
Sunday Morning Classic: Pet Sounds
The Beach Boys staan met diverse nummers in de Top 2000. Op 18 april 2021 waren The Beach Boys te gast als Sunday Morning Classic met het album Pet Sounds.
Historisch gezien is Pet Sounds nog nooit zo serieus genomen als de andere big-albums uit 1966, Bob Dylans Blonde On Blonde, The Beatles Revolver of The Rolling Stones Aftermath. Tegenwoordig wordt Pet Sounds niet alleen beschouwd als de gelijke van die platen, maar in sommige kringen ook als hun superieur. Zeker, samen met de al even grensverleggende single Good Vibrations, die er vijf maanden later op volgde, maakte het een ambitieuze roadmap voor de toekomst van rock.
Het was misschien een kwantumsprong voor de componist, het fragiele 'mannenkind' Brian Wilson, maar Pet Sounds was niet helemaal een donderslag bij heldere hemel. 1965's Today bevatte een reeks nummers op kant twee die blijk gaven van een harmonische verfijning en een verlangen om meer volwassen thema's te verkennen dan de gebruikelijke surf songs.
Pet Sounds was echter een aanhoudende daad van complexe creatie, enerzijds werk met orkestrale ambitie, anderzijds een conceptalbum. Nu, met de Rubber Soul van The Beatles in zijn oren en zijn competitiedrang toegenomen, ging hij op pad om te maken wat hij zijn vrouw Marilyn beloofde, "het beste rockalbum ooit gemaakt".
Om de zaksymfonieën in zijn hoofd om te zetten in een schitterende werkelijkheid, maakte hij twee cruciale zetten. Ten eerste vertrouwde hij de vertaling van zijn ideeën over het verlies van onschuld en de ondoorgrondelijkheid van het bestaan toe aan tekstschrijver, Tony Asher. Ten tweede riep hij de hulp in van sessiemuzikanten The Wrecking Crew.
De resulterende nummers - Would't It Be Nice, Don't Talk (Put Your Head On My Shoulder), I'm Waiting For The Day, God Only Knows, I Just Was't Made For These Times, Caroline, No - waren volmaakte miniaturen van verwondering.
Het zou zeker niet mogelijk zijn geweest zonder de inbreng van Wilsons broers Dennis en Carl, neef Mike Love, Al Jardine en nieuw lid Bruce Johnston.
Maar Wilson was nog niet klaar. Pet Sounds mag dan na de release in mei 1966 op de 10e plaats in de VS zijn blijven steken, elke teleurstelling over de commerciële prestaties werd weggenomen door de komst van een nieuwe single, Good Vibrations, in oktober. Met zijn mozaïek van geluidsfragmenten zette het nieuwe normen met betrekking tot hoe rockmuziek zou kunnen klinken.
Bron: Jan Liebregst en Wikipedia
Foto: publiek domein en Louise
Palanker