The Hollies

The Hollies The Hollies is één van de succesvolste popgroepen uit de zogenaamde British Invasion, de muzikale stroming die er halverwege de jaren zestig voor zorgde dat de Britse beatmuziek toonaangevend werd in de wereld. Met als handelsmerk een zeer eigen geluid, dat werd gekenmerkt door messcherpe meerstemmige zangpartijen, wisten The Hollies tientallen wereldhits te scoren met onvergetelijke liedjes als 'Bus Stop', 'Carrie Anne', 'Sorry Suzanne' en 'The Air That I Breathe'.

Hulsttakjes

Met als thuisbasis Manchester worden The Hollies in 1962 opgericht door de jeugdvrienden Allan Clarke en Graham Nash. De groepsnaam verwijst niet naar de legendarische Buddy Holly, voor wie zij beiden grote bewondering hebben, maar naar de hulsttakjes die als kerstversiering zijn aangebracht in de kleedkamer van The Oasis, de club in Manchester waar The Hollies in december 1962 hun podiumdebuut maken. Een paar maanden later tekent de groep een contract met Parlophone, het platenlabel dat ook The Beatles onder contract heeft staan. Behalve Clarke en Nash bestaan The Hollies dan ook uit de gitaristen Eric Haydock, Tony Hicks en op drums Bobby Elliott, die op dat moment wordt beschouwd als één van de beste drummers ter wereld.

Succes

In mei 1963 brengen The Hollies hun eerste single uit, '(Ain’t That) Just Like Me', waarmee ze een verdienstelijke 25ste plaats behalen in de Engelse hitlijsten. Ook de daarop volgende single – een cover van het nummer 'Searchin’ van The Coasters' – belandt in de Britse charts. Met de derde single 'Stay' scoren The Hollies in het najaar van 1963 zelfs een Top 10-hit. Het is de eerste uit een jarenlange, vrijwel onafgebroken serie van Britse Top 10-hits. Pas met hun vijfde single 'Here I Go Again' hebben The Hollies in de zomer van 1964 hun eerste hit in het buitenland. Het liedje behaalt een 37ste plaats in de Nederlandse hitlijsten. Eind 1964 zijn The Hollies succesvol met 'We’re Through', een liedje dat zij onder het pseudoniem 'L. Ransford' zelf hebben geschreven. In de vroege zomer van 1965 scoren The Hollies met 'I’m Alive' hun eerste nummer 1-hit in Engeland.

Hitbus

Na nog een paar hits volgt in 1966 de grote internationale doorbraak voor The Hollies. Dat gebeurt met een liedje dat speciaal voor hen is geschreven door Graham Gouldman, een Britse songwriter die later zelf wereldberoemd wordt met zijn groep 10CC. Gouldman schrijft het liedje 'Bus Stop', waarmee The Hollies in de zomer van 1966 overal ter wereld hoog in de Top 10 staan genoteerd. De ‘hitbus’ van The Hollies maakt overigens geen enkele stop en dendert onverminderd voort met internationale successen als 'Stop Stop Stop', 'On A Carousel', 'Carrie Anne', 'King Midas In Reverse', 'Dear Eloise' en 'Jennifer Eccles'.

Vertrek

Wanneer Graham Nash in 1968 zijn vertrek aankondigt - hij verhuist naar Amerika om daar met David Crosby van The Byrds en Stephen Stills & Neil Young van Buffalo Springfield het befaamde kwartet Crosby, Stills, Nash & Young te vormen -, pakken zich donkere wolken samen boven The Hollies. Door het verlies van Nash komt het voortbestaan van The Hollies in gevaar. Met zijn vervanger Terry Sylvester weet de groep nog een aantal grote hits te scoren, waaronder 'Sorry Suzanne', 'Blowin’ In The Wind' en 'He Ain’t Heavy He’s My Brother'. Daarna wordt het stil rondom The Hollies, zeker nadat Allan Clarke de groep in 1971 vaarwel zegt om een solocarrière te beginnen. Zijn vervanger is de Zweedse zanger Michael Rickfors met wie de groep in 1972 nog een enkele hit heeft.

Nieuw succes

Na het mislukken van zijn solocarrière keert Allan Clarke in 1973 terug bij The Hollies. Zijn terugkomst vertaalt zich meteen in nieuw succes. Met de rock’n’roll single 'Long Cool Woman (In A Black Dress)' behaalt de groep een eerste plaats in Amerika. En met het door Clarke geschreven 'The Day That Curly Billy Shot Down Crazy Sam McGee' scoren The Hollies zelfs hun eerste en enige nummer 1-hit in Nederland. Ook met het door Albert Hammond geschreven 'The Air That I Breathe' hebben The Hollies een gigantische wereldhit te pakken.

Naarmate de jaren ‘70 vorderen, neemt het succes van The Hollies gestaag af. Er worden nog een paar kleine hits gescoord met 'I’m Down', het van Bruce Springsteen geleende Sandy en de disconummers 'Daddy Don’t Mind' en 'Wiggle That Wotsit'. Ook in de tachtiger en negentiger jaren blijven The Hollies platen maken en optreden. Dankzij een tv-commercial scoort de groep in 1988 een onverwachte nummer 1-hit in Engeland met het twintig jaar oude 'He Ain’t Heavy… He’s My Brother'.

Top 2000

In de 24e editie van de Top 2000 staan The Hollies met de volgende noteringen:

  • 1437: He Ain't Heavy... He's My Brother
  • 1617: The Air That I Breath
  • 1787: Long Cool Woman (In A Black Dress)

Sunday Morning Classic

Op 5 maart 2023 hebben wij The Hollies ontvangen op ons Sunday Morning Classic podium met hun album Butterfly uit 1967

Elk muziekdecennium heeft zijn eigen verwarrende stroomschema van gebeurtenissen. De jaren zestig zijn geen uitzondering op deze regel, een kamer met veel hoeken. En in een bepaalde hoek van die kamer zitten The Hollies, die van alle Britse Invasion-bands het meest op de Beatles lijken. Tot hun belangrijkste sterke punten behoorden hun oor voor harmonie  en hun songwriting-partnerschap van leadzanger Allan Clarke, leadgitarist Tony Hicks en Graham Nash, die geen introductie behoeft. Zijn pure en eerlijke tenor speelt niet alleen een belangrijke rol in het geluid van deze band, maar ook bij Crosby, Stills en Nash.

Vandaag gaan we terug naar het zevende studioalbum van The Hollies, Butterfly. Het album valt ergens tussen Sgt. Pepper en Love's Forever Changes, maar met een eigen gelukzalige uitstraling die een slimme balans creëerde tussen ambitie en plezier. Het album staat vol met akoestische gitaren met daaronder een knallende baslijn van Bernie Calvert, die het instrument met meer pit bespeelt dan je zou verwachten. En wat dit album onderscheidt van het eerdere werk van de band, is de interesse in koperblazers, houtblazers en vooral het gebruik van strijkers in veel nummers. In zekere zin kan je het vergelijken met Days Of Future Passed van The Moody Blues. De monoversie van het album legt deze instrumenten in lagen om een ​​solide en gelijkmatige mix te creëren met de galm die de nummers verdienen. Ik raad iedereen die geïnteresseerd is in dit album aan om het in mono te luisteren. Je zult merken dat hoewel veel van de nummers fade-outs hebben, ze gepaard gaan met iets om over na te denken, of het nu gaat om het geluid van meeuwen, ruimte of bizarre toonhoogteverschuivingen om traditionele toonsoortveranderingen te vervangen. En hoewel de teksten niet zo diepgaand of verkennend zijn als die van de tijdgenoten van de groep, karakteriseren ze de band en de sfeer van dit album.

Het album eindigt intiemer dan je zou verwachten, met Nash die een mooie foto schildert in zijn middenklasse, ondersteund door de meest prachtige orkestratie tot nu toe. Butterfly is de laatste plaat met Graham Nash, en hier valt alles nog één keer mooi op zijn plaats, al doet ook deze plaat op plaatsen wat gedateerd aan. Het blijft een jaren zestig-meesterwerkje.

Bron: NPO en diverse sites
Foto: publiek domein

Deel deze pagina

WhatsApp

Volg ons online

WhatsApp
»

© 2021 De Platenbar Groede